Het aantal jongeren in de bijstand is in het derde kwartaal van 2014 iets afgenomen. Onder 27-plussers was er een lichte stijging. Dat blijkt vrijdag uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het totale aantal bijstandsgerechtigden is in het derde kwartaal niet verder gegroeid. Eind september ontvingen ongeveer 429.500 personen een bijstandsuitkering. Bijna de helft van hen ontvangt de uitkering al minstens drie jaar. Tussen eind juni en eind september daalde het aantal jongeren met een bijstandsuitkering met bijna 3,5 procent. Het ging in die periode om 37.500 personen tot 27 jaar. De daling is waarschijnlijk seizoensgebonden. In de zomer zitten doorgaans minder jongeren in de bijstand, omdat ze een vakantiebaan hebben. Beweeg de cursor over de lijn om de aantallen te zien. De gegevens zijn afkomstig van het CBS. – (c)NU.nl/Jerry Vermanen Het aantal 27-plussers met een uitkering groeide juist. Het gaat om een stijging van 3.500 duizend bijstandsontvangers. In de eerste drie kwartalen van 2014 is de groep 27-plussers met bijstand bijna net zo sterk gegroeid als in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal vacatures stijgt en er komen minder mensen in de WW. Toch werkt dit “voorzichtige herstel van de arbeidsmarkt” volgens het CBS nog niet door in de bijstand. Dat komt onder meer doordat de meeste bijstandsontvangers moeilijker een baan kunnen vinden dan andere werkzoekenden. Kansen Zo’n 70 procent van de 55-plussers in de bijstand ontvangt al drie jaar of langer een uitkering. Onder jongeren komt langdurige bijstand nauwelijks voor. Onder de groep die minstens een jaar een bijstandsuitkering ontvangt, is minder dan de helft jonger dan 45 jaar. Dat wijst erop dat iemands kansen op een baan afnemen als hij ouder wordt. Het merendeel van de mensen die uit de bijstand gaan (57 procent) heeft minder dan een jaar een uitkering gekregen. Maar een deel van de bijstandsverlaters krijgt een betaalde baan. Het gaat om de 40 tot 50 procent van de uitstromers. Positief signaal Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is blij dat voor het eerst in lange tijd het aantal mensen in de bijstand niet is toegenomen. ”Dit is een voorzichtig positief signaal, maar het geeft geen zekerheid of nu een omslagpunt in de bijstand is bereikt en meer mensen aan de slag komen”, zei Klijnsma. ”Steeds meer voorzichtige signalen laten zien dat het beter gaat met de Nederlandse economie, daarom ben ik hoopvol dat het herstel doorzet.”