Bij één op de drie bedrijven in Brazilië, Canada, Mexico en de Verenigde Staten is een vijfde van de waarde van hun facturen ruim 90 dagen achterstallig. De meeste te lang uitblijvende betalingen komen voor rekening van buitenlandse handelspartners. Het risico is levensgroot dat te lang uitstaande vorderingen niet kunnen worden geïnd en moeten worden afgeschreven. Dit kan de kasstromen van bedrijven ernstig verstoren.
Uit het onderzoek blijkt dat zo’n 95 procent van de bedrijven in Noord- en Zuid-Amerika in het afgelopen jaar is geconfronteerd met te late betalingen van zowel binnen- als buitenlandse zakenrelaties. In Europa geldt dit voor 92,8 procent van de bedrijven. Dit komt overeen met gemiddeld bijna de helft van de totale waarde van zakelijke facturen – met name van buitenlandse transacties – die te laat of helemaal niet betaald worden. Bedrijven in Mexico hebben het vaakst te maken met betalingsachterstanden bij binnenlandse klanten (54,2 procent). Ondernemers in de Verenigde Staten (56,5 procent) zijn het vaakst geconfronteerd met te late betalingen van buitenlandse klanten Liquiditeitsproblemen tasten betalingsmoraal aan Bedrijven in Noord- en Zuid-Amerika schreven gemiddeld 2,2 procent van de waarde van hun facturen als oninbaar af. Mexico en Brazilië zijn het zwaarst getroffen door oninbare vorderingen. “Hoewel Brazilië lange tijd is beschouwd als een groeimarkt voor Nederlandse exporteurs, bevindt deze economie zich nu in zwaar weer. Braziliaanse bedrijven hebben vaker dan vorig jaar te maken met uitblijvende betalingen. Zo nam tussen 2014 en 2015 het aantal achterstallige betalingen van binnenlandse facturen toe met 22 procent. Dit is het hoogste percentage van alle bedrijven in de regio. Deze gebrekkige betalingsmoraal heeft ingrijpende gevolgen voor de cashflow van deze bedrijven en hun vermogen hun eigen leveranciers tijdig te betalen. . Voor 54,6 procent van de bedrijven in Noord- en Zuid-Amerika is een faillissement van klanten de belangrijkste reden voor een afschrijving. Andere oorzaken zijn falende incassopogingen en klanten die niet meer achterhaald kunnen worden. Dit geldt achtereenvolgens voor 37 en 35,3 procent van de respondenten. Het onderzoek toont aan hoe belangrijk het is dat bedrijven zich bewust zijn van wat het effect op de kasstromen kan zijn van verkopen op krediet, vooral op exportmarkten. Zo kan de cashflow-prognose van een leverancier – gebaseerd op de gemiddelde binnenlandse betalingstermijn van 30 dagen – verstoord worden door een norm van 90 dagen elders. Terwijl veel leveranciers begrijpen dat er risico’s gepaard gaan met verkoop op krediet aan buitenlandse klanten is het zorgwekkend om te zien dat bij ruim 45 procent van de binnenlandse facturen tijdige betaling uitblijft. bron: Atradius