2014: Daling faillissementen met 20 procent De onzekerheid loopt nog als een rode draad door onze economie en menig ondernemer klaagt er lustig op los. Toch is er ook hoopgevend nieuws. Zo stokt de teller van het aantal faillissementen over 2014 vermoedelijk rond de 7.600, een daling van 20 procent ten opzichte van de piek van ruim 9.400 die in 2013 werd bereikt. Ter vergelijking: in de eerste elf maanden van 2008 gingen er 3.420 bedrijven ten onder. Er is dus nog een hoop werk aan de winkel. Maar dat neemt niet de weg dat met name de bouwsector en de industrie, ‘de zorgenkindjes van 2013’, de weg naar boven hebben ingezet en een sterke daling noteren in het aantal faillissementen. Binnen de zakelijke dienstverlening zijn de verschillen groot. ICT-ondernemers floreren en gaan weinig failliet, beveiligingsbedrijven en financiële tussenpersonen hebben het zwaar en vallen bij bosjes om.
Strafbaarstelling faillissementsfraude Niks is bewerkelijker dan de faillissementswetgeving. Minister Opstelten maakte vorig jaar met veel bombarie een wetsvoorstel aanhangig welke de faillissementsfraude op grote schaal moest gaan aanpakken. Naar alle verwachting zal deze pas vanaf 2015 ingang vinden. Onder de nieuwe wet verzaakt een bestuurder van een onderneming zijn administratieplicht al als hij niet in staat is een gezonde financiële administratie te overleggen. Hij kan dan strafrechtelijk worden aangesproken voor faillissementsfraude, op de enkele grond dat hij zijn administratie niet meester is geweest. Voorheen was de wetenschap van benadeling van schuldeisers (artikel 45 Faillissementswet) hiervoor ook vereist. U kunt zich afvragen of de strafbaarstelling van de administratieplicht gewenst is. Want voor wie moet deze administratie inzichtelijk en begrijpelijk zijn: voor een leek of de boekhoudkundige professional? Maar dat is niet het enige wat er gaan veranderen binnen de Faillissementswet. Stille bewindvoerder Wellicht veel belangrijker is de benoeming van de stille bewindvoerder. Op deze manier kan een ondernemer, die zich geconfronteerd ziet met een naderend faillissement, de rechter verzoeken om een stille bewindvoerder aan te stellen. Hij kan u dan helpen met het vinden van een oplossing voor de financiële problemen en in alle stilte een doorstart voorbereiden. De curator dient op zijn beurt wel weer de rechter- commissaris op te hoogte te stellen van deze ‘snode plannen’. Opdoeken schimmig rookgordijn schuldenaar Hier staat tegenover dat de ondernemer een strenge informatie- en medewerkingsplicht heeft ten opzichte van de curator. Niks geen activa vlak voor het bankroet wegsluizen uit de faillissementsboedel of een bepaalde schuldeiser bevoordelen, maar open kaart spelen tegen de curator. Als stok achter de deur wordt de curator wettelijk verplicht om onregelmatigheden en misstanden aan de kaak te stellen bij de rechter. Schuldeisers doen hun voordeel met deze ontwikkeling. Zij kunnen namelijk achterhalen wat de schuldenaar nog in zijn bezit heeft en zo nodig de bewindvoerder om verantwoording vragen. De bewindvoerder zal op zijn beurt hoogstwaarschijnlijk de waarheid opbiechten, want anders riskeert hij strafrechtelijke aansprakelijkheid.