Er is een verandering gaande inzake het debiteurenbeheer bij de Nederlandse bedrijven. In het verleden waren bedrijven nogal sceptisch met het “uit handen geven“ van een vordering, dit lijkt definitief voorbij. In het begin van 2015 werden er maar liefst 33 % meer vorderingen uit handen gegeven aan incassobureaus en gerechtsdeurwaarders kantoren in vergelijking met vorig jaar, aldus het CMI.
Bedrijven zien steeds meer de toegevoegde waarde om een incassobureau in te schakelen. Incasseren is immers een vak apart en dit lijkt men steeds meer te beseffen. Een goed incassokantoor streeft ernaar om de relatie van de klant in stand te houden en het geld betaald te krijgen, voordat de rechter ingeschakeld dient te worden. Tevens dient een bedrijf te beseffen dat het hiermee enorm veel kosten bespaard. De hoge griffierkosten zijn vaak een brug te ver en de oplossing wordt dan ook liever gezocht in het minnelijke traject. Doordat er meer vorderingen eerder uit handen zijn gegeven is het aantal faillissementen met 8% gedaald ten opzichte van het jaar 2014. De verwachting is dat het aantal faillissementen met 10 % procent zal dalen. Door een incassobureau in te schakelen wordt een debiteur eerder met zijn neus op de feiten gedrukt en kan er sneller naar een oplossing gezocht gaan worden. Kortom een win-win situatie voor de schuldeiser en schuldenaar.