Met het herstel van de economie steeg het aantal zakelijke transacties en handelskredieten in 2014. Consumenten hadden daarnaast meer te besteden. De betalingsmoraliteit van bedrijven, instellingen, overheid en consumenten verbeterde niet in dat jaar. Zo bleven rekeningen langer open staan. Uiteindelijk nam het aantal openstaande vorderingen en daarmee het aantal incassozaken fors toe.
Gerechtsdeurwaarders die in beeld komen na het zogenaamde minnelijk incassotraject hebben daar veel minder van geprofiteerd dan incassobureaus. Sterker nog, nog steeds staat het aantal gerechtelijke procedures voor het innen van vorderingen onder druk vanwege de hoge griffierechten. Voor kleine bedragen loont het namelijk niet de moeite om de gang naar de rechter te maken. Daarnaast oefenen grote schuldeisers die standaardvorderingen hebben uitstaan, grote druk uit op de deurwaarderstarieven. Verder moet er meer tijd worden gestoken in het innen van een vordering en moeten er ook meer kosten worden gemaakt. Gerechtsdeurwaarders hebben dan ook al een tijd last van een dalende omzet en dalende marges. Daarbij is bij een flink aantal kantoren sprake van een tekort schietende solvabiliteit. In de incassopraktijk worden de inningsrisico’s in toenemende mate naar de kantoren geschoven in de vorm van gegarandeerde inningsbedragen en ‘no-cure-no-pay’ constructies. Dit pakt soms verkeerd uit wanneer incassotrajecten meer tijd en kosten vergen dan aanvankelijk was voorzien. De schaalverkleining bij incassobureaus zet door. Deels komt dit omdat incassobureaus in toenemende mate zzp’ers inschakelen. Niettemin is ook hier sprake van een grote onderlinge concurrentie. Marktdruk omzeilen door uitbreiding van dienstenpakket De economie trekt de komende jaren verder aan met meer zakelijke transacties tot gevolg. Verder gaan particulieren weer meer besteden en zal hun bereidheid om weer schulden op te bouwen, toenemen. De betalingsmoraliteit verbetert echter niet. Verwacht wordt dan ook dat het aantal vorderingen stijgt. Bij gerechtelijke vorderingen blijven het volume en het tarief zich moeizaam ontwikkelen. Dit maakt het voor deurwaarders met een te lage solvabiliteit lastig om de solvabiliteit weer op een acceptabel niveau te brengen. De concurrentie bij het minnelijke incassowerk blijft groot, met ook daar een aanhoudende druk op de tarieven. Zowel deurwaarders als incassobureaus worden gedwongen om de efficiency van het invorderingstraject te verhogen. Daarnaast bieden twee trends kansen. Bedrijven en organisaties besteden hun facturatie- en debiteurenbeheer vaker uit aan gespecialiseerde partijen. Verder verschuift de behoefte van opdrachtgevers van het innen naar het voorkomen van vorderingen. In beide richtingen zouden de kantoren hun dienstenpakket kunnen uitbreiden. Het waarderen van vorderingen wordt steeds belangrijker, zowel voor incassobureaus als voor gerechtsdeurwaarders. Bij het kopen van vorderingen, het bieden van garantierendementen of ‘no-cure-no-pay’ en de waardering van onderhanden werk is een goede waardering essentieel. ICT is hierbij een kritische succesfactor. Met behulp van ICT worden incassoprocessen efficiënter, de kwaliteit van managementinformatie beter, risicogroepen eerder herkend en waarderingen accurater. De grotere rol van ICT, maar ook de verschuiving van de inningsrisico’s richting het incassokantoor vergen andere competenties van de medewerkers, waarin moet worden geïnvesteerd. Tot slot is schaalvergroting, vooral bij incassobureaus, onvermijdelijk vanwege de noodzaak van efficiencyverbetering en investeringen in ICT en personeel.