Het aantal gedwongen huizenverkopen is vorig jaar opgelopen tot 4792, een toename van 6 procent vergeleken met 2013.
Dat heeft de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (WEW), die de Nationale Hypotheek Garantie verstrekt, woensdag bekendgemaakt. Het fonds ontving in het vierde kwartaal van vorig jaar 1210 verliesdeclaraties, tegen 1105 in dezelfde periode een jaar eerder. WEW houdt rekening met een verdere stijging van het aantal gedwongen huizenverkopen door het na-ijleffect van de crisis. Dit effect komt onder meer doordat in de afgelopen jaren relatief meer hypotheekgaranties zijn verstrekt. Daarnaast wordt verwacht dat meer woningen die ‘onder water staan’ worden verkocht als de woningmarkt verder aantrekt. Het gemiddelde bedrag dat het waarborgfonds bij verliezen op de verkoop moest uitkeren, nam in 2014 licht af, van 39.347 euro in 2013, tot 39.240 euro. De cijfers hebben betrekking op mensen die hun woning kochten met de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Deze garantie verzekert een huizenbezitter ervan dat bij een gedwongen verkoop een mogelijke restschuld aan de bank wordt betaald. Vorig jaar hebben 116.100 huishoudens de aankoop van hun woning gefinancierd met NHG, 14 procent meer dan in 2013. Volgens WEW had de daling van de kostengrens per 1 juli vorig jaar van 290.000 euro naar 265.000 euro een licht dempend effect op de groei van het aantal nieuwe garanties. Deze NHG-grens werd in 2009 bij wijze van crisismaatregel nog tijdelijk verhoogd tot 350.000 euro om de woningmarkt een impuls te geven. Daarna werd de grens weer stapsgewijs verlaagd. De premie die huizenkopers moeten betalen om een hypotheek met de Nationale Hypotheek Garantie af te sluiten blijft dit jaar stabiel op 1 procent van de hypotheeksom. WEW hoeft deze premie niet te verhogen dankzij de ,,rust en stabiliteit op de woningmarkt”.